Op 2 augustus publiceerde het Financieele Dagblad een nieuwsartikel over een agent van baggerbedrijf Van Oord, die voor 24 miljoen euro werd afgekocht, en een achtergrondverhaal onder de kop ‘Risico’s agenten wereldwijd nog steeds onderschat’.
De in deze artikelen genoemde bedrijven zijn met name actief in grote buitenlandse projecten waar deze risico’s al vele decennia spelen. Wereldwijd bestaat er grote belangstelling voor dit thema, waarbij de incidenten zich veelal voordoen bij de zogenaamde ‘niet transparante landen en/of overheden’.
Lokale agenten in het buitenland zijn vaak een noodzakelijke partner om inzicht te krijgen in de mogelijkheden voor opdrachten en de risico’s die daarbij komen kijken. Ieder exporterend bedrijf heeft daar zijn eigen strategie en visie voor.
In andere geïndustrialiseerde werelddelen zoals Azië en Amerika wordt een deel van de noodzakelijke risico-inschattingen door de overheden zelf gedaan en wordt de uitvoering van de projecten door de bedrijven gerealiseerd. Binnen Europa zijn er voor de export grote verschillen tussen diverse landen, daar waar het gaat om informatieverzameling, risico-waardering en samenwerking met het bedrijfsleven.
Europese wetgeving
De buitenlandse lokale agent heeft echter een hele andere taak dan de Nederlandse agenten die werken voor bedrijven van buiten Europa, en die zakendoen naar Europa. De wetgeving in Europa is er de laatste decennia zeer duidelijk over wat de rol is van de Europese agent en zijn opdrachtgever en wat wel en niet kan. De achtergrond van deze wetgeving is een Europese richtlijn uit 1986 die ten doel had grensoverschrijdend handelsverkeer tussen (kleinere) ondernemingen in Europa te stimuleren. De belangrijkste taak van de Europese agent is bemiddelen bij het tot stand brengen van een overeenkomst. Deze agent bemoeit zich dus niet met politiek, vergunningen en overheden.
In die agentenbranche werken tienduizenden mensen die op een correcte manier een boterham willen verdienen. Zij zijn onder andere lid van onze vereniging. Deze groep agenten wordt gelukkig zeer zelden in de verleiding gebracht of gedwongen om aan de door het FD beschreven praktijken mee te doen. Deze agenten willen en kunnen zich dat niet veroorloven.
Natuurlijk zijn de bedragen die met internationale handel gemoeid zijn groot. Het is goed dat het FD daar aandacht aan besteedt. Het is de taak van het FD om misstanden aan het licht te brengen.
Onderscheid maken
Ons probleem is dat door beide artikelen alle agenten over een kam geschoren worden. Voor de lezer vinden we het belangrijk te benadrukken dat niet alle agenten hetzelfde zijn. Dit onderscheid moet gemaakt worden. De beschreven situaties behoren allen tot een andere categorie die slechts een heel klein deel van het werk van agenten omvat.
Peter Lommers, Mijdrecht
Voorzitter Verbond Nederlandse Handelsagenten en Importeurs VNHI, voorheen actief in internationale sales en marketing voor Philips, Stork, NKF en PTT (nu KPN)
Bovenstaande tekst is ook als ingezonden brief aangeboden aan de redactie van het Financieele Dagblad