Sinds 1917 steeg de import van goederen naar Nederland gigantisch. Dat meldt het CBS naar aanleiding van het 100-jarig bestaan van de statistiek ‘internationale handel’. Lange tijd importeerden we meer dan we exporteerden. Pas in de jaren tachtig van de vorige eeuw kwam daar een omslag in, blijkt uit de CBS-cijfers.
Machines en vervoermiddelen zijn een steeds groter aandeel in de import gaan vormen. Het aandeel van ijzer, staal, metaalproducten, instrumenten, apparaten kleding en schoeisel daalde.
Consumptiedoeleinden
‘Van de ingevoerde goederen gaat nu circa 30 procent het productieproces in. Voor een deel worden deze verbruikt voor het maken van consumentenproducten voor het binnen- en buitenland. Een ander deel van de door bedrijven ingevoerde goederen dient als investeringsgoed. Zo’n 8 procent van de import is direct bestemd voor consumptiedoeleinden, 6 procent wordt gebruikt door bedrijven om te investeren. Het resterende deel van de invoer gaat als wederuitvoer in vrijwel dezelfde hoedanigheid ons land weer uit’, aldus het CBS.
Sinds de eeuwwisseling importeren we meer goederen uit China dan uit Japan. Dat komt omdat westerse bedrijven veel productie verplaatsten naar China. Ook voert China veel machines en vervoermiddelen via Nederland uit naar de rest van Europa.
Meer lezen? Ga naar de CBS-site